Stelt u zich eens voor dat uw partner zegt: “Lieverd, ik moet je iets vertellen. Ik denk dat je het heel erg leuk gaat vinden… Ik ga er een vrouw (of man) bij nemen. Zal dat nou niet gezellig zijn?!”
Wat roept dat bij u op?
Ook het krijgen van een nieuw broertje of zusje kan bij uw peuter allerlei emoties oproepen. Soms zal uw kind niet weten hoe hij hiermee om kan gaan. Gelukkig kunt u hem daar bij helpen.
Wat kunt u doen om uw kind hierbij te begeleiden?
- Bereid uw kind goed voor. Lees tijdens de zwangerschap samen met uw kind boekjes over diertjes of kinderen die een broertje of zusje krijgen. Vertel – niet te vroeg – dat er in uw buik ook een kindje zit. “Het moet eerst nog groeien. Nog heel veel daagjes en dan komt het naar buiten. En dan word jij een grote broer (of zus)”.
- Betrek hem bij de veranderingen die er aan komen. Een kamertje dat verbouwd wordt, kleertjes die netjes in de kast gelegd worden. “Die zijn klein he!” Een (eigen) knuffeltje dat het kind uitzoekt om in het wiegje van het kindje te leggen.
- Zorg dat er rondom de geboorte zo weinig mogelijk andere grote veranderingen plaatsvinden, bijvoorbeeld een andere slaapkamer of nieuw bed. Of voor het eerst naar een kinderdagverblijf of peuterspeelzaal gaan. Begin met zindelijkheidstraining liefst al ruim van tevoren of stel het nog even uit tot een tijdje na de geboorte.
- Houd na de geboorte zoveel mogelijk dezelfde regels en routines aan als eerder. Daar heeft uw kind houvast aan.
- Houd er rekening mee dat uw kind het een tijdje echt moeilijk kan hebben. Soms gebeurt dat pas na een paar weken. Wuif niet alles weg, zoals: “Maar jij vindt je zusje toch ook lief?” Hij moet zijn plekje in de nieuwe situatie nog vinden. En zeker weten dat papa en mama er ook nu nog altijd voor hem zijn. Sommige kinderen gaan slechter eten of opeens weer in hun broek plassen. Een ander wordt baldadig en stopt een rol wc-papier in de wc als mama de baby voedt. Het gaat weer over, met uw begeleiding.
- Betrek uw oudste bij de verzorging van het kleintje. Laat hem het luiertje halen. Praat met uw baby over haar grote broer: “Die zit al op de peuterspeelzaal en is vandaag van de hoge glijbaan gegleden. En hij houdt heel erg van patatjes.” Laat hem, als u dat zelf ook goed vindt, naast u zitten terwijl u de baby voedt. Met zijn eigen popje misschien? “Heeft die ook zo’n dorst? Toen jij nog een baby’tje was kon je ook nog niet eten en ging je heel veel drinken!”
Heeft u vragen over dit onderwerp of over een ander onderwerp dat u als ouder(s) bezighoudt?
U bent van harte welkom voor een gesprek met de pedagogisch adviseur in het Centrum voor Jeugd en Gezin in uw buurt. Zij denkt met u mee en geeft u tips. De gesprekken met haar zijn vertrouwelijk.
Bel: 088-2542384 (algemene nummer van het CJG)
Mail: CJG-pedagogischadvies@ggdhm.nl
*Zie voor meer informatie deze link