Sommige kinderen komen in aanmerking voor een zgn. Voorschoolse en Vroegschoolse Educatie-indicatie – kortweg VVE.
Indicatoren hiervoor zijn:
- De ouders hebben maximaal basisonderwijs, vmbo-b/k of mbo1.
(bij 1-oudergezin: ouder heeft maximaal basisonderwijs, vmbo-b/k of mbo1) - Er zijn geldzorgen in het gezin of het gezin maakt gebruik van de schuldsanering.
- Het betreft een vluchtelingengezin dat minder dan 5 jaar in Nederland is.
Wanneer een van deze indicatoren aanwezig is zal het CJG de VVE-indicatie afgeven.
Soms komt het voor dat deze indicatoren niet aanwezig zijn maar dat de pedagogisch medewerker op de peuterspeelzaal toch denkt dat een VVE-indicatie helpend kan zijn voor het kind.
De medewerker zal dan met de ouder overleggen en vertellen wat zij/hij heeft gesignaleerd.
Deze zal toestemming aan de ouder vragen zodat we in overleg kunnen met het CJG.
Het CJG besluit uiteindelijk of de indicatie inderdaad geïndiceerd is.
Door doelgroepkinderen gericht te begeleiden, worden deze kinderen goed voorbereid op de basisschool. Door wekelijks 16 uur naar de peuterspeelzaal komen, profiteren deze kinderen optimaal van het VVE aanbod dat geboden wordt op de groepen.
Bij SPL hanteren we twee varianten: 4 dagdelen van 4 uur of 5 dagdelen van 3 uur en 15 minuten. Doelgroepkinderen komen vanaf 2,5 jaar 16 uur per week.