Op de locaties wordt met de observatiemethode KIJK! gewerkt.
Hierbij kijken we naar de verschillende ontwikkelingsgebieden, bijvoorbeeld de taalontwikkeling, denkontwikkeling, spelontwikkeling en de motorische ontwikkeling.
Werken met een observatiesysteem zorgt ervoor dat medewerkers steeds goed in beeld hebben hoe de ontwikkeling van kinderen verloopt.
Van ieder kind worden minimaal twee keer per jaar observatiegegevens geregistreerd.
Door kinderen dagelijks te observeren en de gegevens te registeren is de ontwikkeling van alle kinderen goed in beeld bij de medewerkers.
Dit zorgt ervoor dat medewerkers weten op welke gebieden een kind zich langzamer ontwikkelt, waar een kind zich ontwikkelt volgens verwachting en op welk gebied een kind voorloopt in de ontwikkeling. De observatie- en registratiegegevens zijn de basis voor een gericht aanbod op de groepen.
In oktober en in mei bekijken we waar elk kind staat in zijn ontwikkeling.
Daarna bespreken pedagogisch medewerkers dit in een gesprek met de ouders. De mentor van het kind zal voor dit zgn. ontwikkelgesprek een afspraak maken.
Het aantal gesprekken varieert per kind.
Voordat een kind naar de basisschool gaat, voeren we ook een gesprek.
Hierin bespreken we wat we overdragen aan school, zodat de juf/meester rekening kan houden met de ontwikkeling van het kind en hierop kan aansluiten in de klas.